Witte sneeuw, de warme bakker en psychisch lijden
- Menno Oosterhoff
- 15 dec 2023
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 30 okt 2024
Spreken van nat water is, net als van witte sneeuw en van een oude bejaarde een pleonasme. Een pleonasme is een uitdrukking waarin een woord iets benoemt wat al in het andere woord besloten ligt. Water is immers altijd nat, sneeuw altijd wit en een bejaarde altijd oud. Geldt dit ook voor psychisch lijden? Net als water altijd nat is, is lijden altijd psychisch. Het gaat immers om een innerlijke beleving, ook al is de oorzaak dat je been eraf gerukt is.
Toch is spreken van psychisch lijden geen pleonasme. Je moet het vergelijken met de warme bakker, dodelijke slachtoffers, een luie stoel en een lekker kopje koffie. Dit heet hypallage wat verwisseling betekent. Het bijvoeglijk naamwoord verwijst daarbij niet naar een eigenschap van het erop volgende zelfstandig naamwoord, maar naar iets anders. In het geval van psychisch lijden naar de oorzaak ervan, namelijk een psychische aandoening.
Maar hiermee zijn we er nog niet, want spreken van een psychische aandoening is ook weer een hypallage. Niet de áándoening is psychisch, maar de symptomen. Het droste-effect gaat nog even door, want ook spreken van psychische symptomen is weer een hypallage. De symptomen zijn niet psychisch, maar spelen zich af in het functioneren van de psyche, dus de innerlijke beleving en het daaruit voortvloeiende gedrag.
Voor lichamelijk lijden geldt overigens precies hetzelfde. Het lijden is niet lichamelijk, de aandoening is niet lichamelijk en de symptomen zijn niet lichamelijk, maar het verwijst allemaal naar het functioneren van het lichaam.
Zowel bij psychische als bij lichamelijke aandoeningen is er sprake van ziekteoorzaken (etiologie), ziekteproces (pathogenese), ziekteverschijnselen (symptomatologie). Oorzaken zijn bij beide erfelijkheid en biologische en psychische omgevingsinvloeden. Het ziekteproces is de route waarlangs die oorzaken leiden tot de symptomen. Daar is het lichaam áltijd in zijn geheel bij betrokken. Bij lichamelijke aandoeningen. No brain no pain. Én bij psychische aandoeningen. Zonder zenuwen geen ziel. Maar ook de rest van het lichaam doet mee met onze beleving.
Eigenlijk vind ik het hele onderscheid tussen lichamelijke en psychische aandoeningen een ramp. Spreken van psychische aandoeningen geeft volstrekt ten onrechte het idee, dat deze minder vast zijn, ijler en veranderlijker. Daardoor worden ze minder serieus genomen en meer veroordeeld. ‘Als je maar wil, dat is het verschil.’ Overigens is dit moreel oordelen niet beperkt tot psychische aandoeningen. Over bijvoorbeeld obesitas wordt ook fors geoordeeld. ‘Elk pondje komt door het mondje.’ Ooit werd zelfs kanker gezien als het gevolg van psychisch verkeerd in de wereld staan. Karin Spaink schreef daarover het boek: Het strafbare lichaam (ook een hypallage). Ze spreekt daarin van de orenmaffia en het kwakdenken: Kwakzalverig alles maar psychisch (‘tussen de oren’) noemen.
Uiteindelijk gaat het allemaal om de vraag hoe vrij je ergens in bent. Kun je er iets aan doen? Ben je dader of slachtoffer? Slecht of ziek? Verdien je straf of begrip? Oordelen hoort bij het rechtsleven, niet in de gezondheidszorg. ‘Stap eens uit je slachtofferrol’, kreeg een patiënte van me recentelijk te horen. Dat zou je eens tegen een kankerpatiënt moeten zeggen. Alsof het een rol is waar je voor kunt kiezen. Er is een onuitroeibare neiging een lichamelijke aandoening te zien als een echte ziekte en een psychische als een keuze. Onuitroeibaar of niet. Ik blijf ertegen strijden. Ik heb geen keus.


Opmerkingen